woensdag 19 december 2012

Mobile devices zijn het doelwit van 2013 - 650% groei van malware voor het Android platform in 2012

Let's get connected?!

Digitale kolonisatie: De fysieke ruimte in de digitale wereld doet er niet meer toe, waar het om draait is de hoeveelheid gegenereerde informatie van de doelgroep. Meer informatie betekent meer betalende klanten voor het gebruik van bijvoorbeeld benodigdheden/opslag en meer klanten die betalen voor het gebruiken van informatie die gegenereerd is aan de hand van gebruikersinformatie. Hoe meer informatie (reputatiescanner) des te betrouwbaarder de informatie voor betalende klanten (reclame), wat leidt tot meer gebruik van benodigdheden/opslag en meer betalende klanten. Hoe vaak kan dezelfde informatie worden gebruikt om inkomsten te genereren?

Daar komt het internet goed van pas en dat is waar het om draait in het huidige digitale tijdperk; met welk stuk van het web en/of software scoor je goed en trek je grote hoeveelheden gebruikers en daarmee informatie? We gaan van een kennis- naar een informatiesamenleving. Maar de digitale wereld werkt niet hetzelfde als de fysieke wereld. We zijn er onbekend mee en dat betekent dat we steeds kwetsbaarder worden. Beveiligingsproducten maken gebruik van reputatie scanning, waarbij de eerste die een infectie oplopen helpen om de andere gebruikers beschermd te houden. Maar andersom werkt dit natuurlijk ook en hier maken malware schrijvers dankbaar gebruik van.

Chipfabrikant Intel kocht leverancier van ICT-beveiliging McAfee en lanceerde de eerste mobiele telefoon afgelopen zomer.  Microsoft (met Essentials) werkt strategisch samen met Nokia en heeft Skype gekocht, Google nam het bedrijf VirusTotal over en lanceert een mobiele telefoon (en tablet) en Facebook wil Whatsapp kopen en introduceert een nieuwe vorm van SMS-en. Zelfs Canon heeft 3G… Moeten we nu blij worden van deze ontwikkelingen? Hoe zit het met de beveiliging van al deze mogelijkheden die aangesloten zijn met het web? Producenten slaan het beveiligingsaspect over, want als gebruikers al hun bezigheden kunnen linken met elkaar, groeit de informatie voor de producent. De strategie draait van ‘gescheiden en incompatible’ naar geïntegreerd en compatible’ binnen het merk. Let’s get connected!

Met BYOD of CYOD in 2012, om het risico weer een beetje te beperken, gaan we in 2013 naar mobiele telefoons die gemakkelijk informatie delen met (andere) applicaties en platforms. De mobiele telefoon is al lang niet meer alleen om mee te bellen. Het apparaat fungeert ook als PDA, camera en gps. We gebruiken het om te gamen, muziek en video’s te downloaden en af te spelen, mobiele tv te kijken en onze bankzaken te regelen. De malware schrijvers worden er in elk geval wel blij van. Veel informatie is relatief gemakkelijk te verkrijgen en dat levert wat op.

Kwetsbaarheid mobiele platform
In het laatste jaar is er een spectaculaire toename in de hoeveelheid malware voor het mobiele platform geweest. Voorlopig wordt het meeste geld verdient door software die naar dure 0900-nummers sms’t. Het is te verwachten dat, met alle mobiele bankingapplicaties het niet lang zal duren voordat de eerste Android gebruikers te maken krijgen met geld-kapende malware. Niet alleen smartphones zijn vatbaar, ook het gros van de tablets draait op Android. Password Stealers zijn in absolute gevallen de grootste bedreiging, maar mobile malware groeit explosief, waarmee het de bedreiging van 2013 kan worden.
Toch denken veel mensen wel heel eenvoudig over het (niet!) beveiligen van de mobiele telefoon. Veel gebruikers van smartphones hebben geen antivirus geïnstalleerd, hebben Bluetooth en Wi-Fi altijd aan staan en bewaren privacygevoelige informatie en documenten op de telefoon.  Dat is wel heel naïef.  Want iedere ingang met een netwerk creëert weer een nieuwe mogelijkheid voor de cybercrimineel, voor iedereen. Dat zien we terug in de groei in besmettingen die wij maandelijks in onze nieuwsbrief rapporteren. Het is belangrijk om je middels zo'n nieuwsbrief waar ook de laatste trends in staan, op de hoogte te blijven. Je weet niet wat je niet weet, maar dat wil niet zeggen dat het er niet is. 

(Bron: Virusbulletin)

maandag 3 december 2012

Pakt de cybercrimineel jou?



“Mediawijs word je door voorlichting. Niet door ervaring “, stelt Nienke Ryan van online beveiligingsexpert SpicyLemon. “ Voorlichting is de enige weg om kennis over digitale waarden en normen én rechten en plichten verder te ontwikkelen.” SpicyLemon start bij de meest kwetsbare groep: kinderen. “We willen en moeten kinderen gereedmaken voor het digitale tijdperk.” 

Kinderen kunnen en doen al heel veel op het internet, maar laat je ze proefondervindelijk alles ontdekken? Ryan: “Wij lichten kinderen liever voor, zodat ze niet voor onaangename verrassingen komen te staan. Tijdens onze gratis gastlessen in het basis- en voortgezet onderwijs, laten we door een simpel rekensommetje zien dat een Facebook-bericht zomaar naar 40.000 mensen kan worden gestuurd.” Zo geeft SpicyLemon kinderen inzicht in het 'spiegeleffect' van internet en laten zij zien dat het world wide web eigenlijk elke computer met elkaar verbindt. Hierdoor begrijpen kinderen hoe gemakkelijk informatie kan worden verspreid. Ook informatie die ze liever voor zichzelf houden.

Cyberpesten 
SpicyLemon besteedt bovendien veel aandacht aan cyberpesten tijdens de gastlessen. Ryan: “Ongeveer 60.000 jongeren van 9 tot en met 16 jaar worden gepest via internet*. De gevolgen kunnen ernstig zijn. Met de kinderen hebben we een open gesprek over dit onderwerp, zodat het besef ontstaat welke impact cyberpesten op slachtoffers kan hebben. En wat je kan doen als je gepest wordt.”

SpicyLemon heeft inmiddels bijna 1000 leerlingen getraind, ook op het gebied van oplossingen. Hierdoor worden kinderen weerbaar(der). Ze worden niet alleen geïnformeerd over antivirusinstellingen, maar ook bijvoorbeeld over hoe je iemand op Hyves kunt blokkeren of aangeven.

Nederlanders gebruiken vaak gratis software
Behalve voorlichting, vindt SpicyLemon de inzet van beveiligingstools van belang. “Alleen experts kunnen ontwikkelingen op het gebied van cybercrime volgen en ons ertegen beschermen”, stelt Ryan. “Het is dan ook schokkend dat maar 25% van de ouders tools gebruikt om hun kinderen veilig online te laten zijn*.” Ryan is tevens bezorgd over de populariteit van gratis beveiligingssoftware. “De juiste bescherming vinden tegen cybercriminelen is heel specialistisch werk. Gratis tools lijken een goede oplossing, maar gratis heeft nooit natuurlijk nooit dezelfde kwaliteit. Het baart me dan ook zorgen dat Nederlanders maar liefst twee keer zoveel gratis internetbeveiliging gebruiken dan de rest van Europa.” De negatieve effecten hiervan ziet SpicyLemon terug in haar maandelijkse rapportage over besmettingen in Nederland.

Vangdecyberboef.nl
Tenslotte staat het bespreekbaar maken van internetgebruik centraal bij de voorlichting aan kinderen, docenten en ouders. Ouders weten vaak niet wat kinderen doen en wat ze ervaren. Terwijl kinderen voor de informatie van hun ouders wel open staan. Middels een door SpicyLemon geïnitieerd online spel (www.vangdecyberboef.nl), kunnen ouders samen met hun kinderen een hacker opsporen. Zo maken ze kennis met mogelijkheden die cybercriminelen gebruiken en wordt het onderwerp internet binnen het gezin bespreekbaar.

SpicyLemon vindt het belangrijk dat kinderen zich bewust worden van online gevaren, maar ook ouders, docenten, de wat oudere computergebruiker én het bedrijfsleven staan in diverse voorlichtingsprojecten centraal. Ryan: “Iedereen moet kunnen genieten van alle mogelijkheden die de digitale wereld ons biedt. Zodat het internet ondersteunt in het ontwikkelen van ieders persoonlijke groei en doelstellingen. Dat is onze missie.”

·       Meer informatie over gastlessen op: www.spicylemon.nl
·       Voor vragen over alle voorlichtingsprojecten: educatie@spicylemon.nl
·       Probeer de cybercrimineel te ontmaskeren: www.vangdecyberboef.nl
·      Voor de laatste digitale ontwikkelingen en bedreigingen, schrijf u in op de nieuwsbrief: www.spicylemon.nl

vrijdag 17 augustus 2012

De politiek op de bandwagon van amusementsbranche om internet censuur te formaliseren


Internet censuur houdt de gebruiker gevangen
Van klein houden is nog nooit iemand groot geworden


Google kan worden verboden om artiestennamen of songtitels door middel van autocomplete aan te vullen met 'piraterijtermen' als 'torrent', 'MegaUpload' en 'Rapidshare'. Dat heeft de hoogste gerechtelijke instantie in Frankrijk bepaald. Het Franse Cour de Cassation geeft aan dat Google stappen moet ondernemen om te voorkomen dat illegaal downloaden bij een zoekactie aangemoedigd wordt.
Het is al even bezig, maar nu zijn het zoekmachines die een rol gaan spelen bij het reguleren van het internet. Maar daar houdt het niet op. In Duitsland verkopen gemeentes gegevens van burgers. Die wet werd in een paar minuten aangenomen en niemand die bezwaar maakte. Tot het te laat was. Voor wie is het internet eigenlijk? In Engeland gebruikt British Airways het internet om allerlei prive gegevens op te zoeken van hun klanten, ongevraagd. Wie mag wel alles op het internet en wie mag wat niet? En wie bepaalt dat? Is er een wetboek nodig voor de digitale wereld of volstaat het gebruik van het huidige voor de digitale wereld?

Internet geeft ons de mogelijkheid om ons continue te ontwikkelen, kennis te vergaren en te delen. Niet door een aantal instanties en organisaties wel en voor het individu niet. Want als die ontwikkeling ons ontnomen, worden we klein gehouden. En van klein houden is nog nooit iemand groot geworden. Velen zien internet als een fundamenteel recht. We moeten volwassen worden in ons gebruik door goede begeleiding, informatie en bewustzijn, niet klein gehouden worden door censuur.

Als we onze kinderen leren te laten deelnemen aan het verkeer, dan begeleiden we hen daarin. Zonder enige begeleiding kunnen de gevolgen immers immens groot zijn. Dus we leggen kinderen de verkeersregels uit en oefenen eerst samen op de stoep. Vervolgens geven we ze, stapje voor stapje, steeds meer vrijheden. Zodat zij uiteindelijk zelfstandig aan het verkeer kunnen deelnemen. Veilig.
Zo werkt het ook bij internet, zo blijkt uit het onderzoek van de internationale organisatie EU Kids Online gehouden onder 25000 Europese kinderen. Als je de digitale vaardigheden vergroot leer je internetgebruikers hoe ze om moeten gaan met het internet. Beperk de mogelijkheden van internet niet, maar vergroot deze juist. Informeer en begeleid. Zorg er met z’n allen voor dat iedereen de digitale wereld ‘begrijpt’. De overheid moet niet reguleren maar investeren. In kennis en onderwijs, zodat we een omgeving creëren van collectieve vrijheid waarin we ons volop verder kunnen ontwikkelen. Wij moeten niet lijdzaam toezien en alles laten gebeuren, zoals het voorbeeld in Duitsland duidelijk maakt, wachten tot het te laat is. We moeten zelf zorgen dat onze internet vrijheid veilig is. En als we willen weten of het allemaal wel meevalt, moeten we even vragen aan de Chinezen hoe zij het ervaren…

woensdag 29 februari 2012

Waar is mijn vrijheid online?

Beperk de mogelijkheden van het internet niet 

Internet geeft ons vrijheid, velen zien internet als een fundamenteel recht.  Maar onze online vrijheid wordt bedreigd. Door regulerende activiteiten van de overheid om bijvoorbeeld economische of intellectuele belangen te beschermen. Of om politieke redenen en macht.  Welke vrijheden ons precies worden ontnomen, dat weten we vaak niet. Dus, waar is mijn online vrijheid? Maar ook: wanneer is de vrijheid die je hebt op het internet om te doen wat je wil in strijd met de wet? Het evenwicht is vaak zoek; de mogelijkheden van het internet en daarmee de rechten van de mens worden beperkt, bijvoorbeeld ten gunste van het auteursrecht. Daarom is actie vereist! Beperk de mogelijkheden van het internet  niet, maar vergroot deze juist. De overheid moet flink investeren in kennis en onderwijs, dat zorgt voor evenwicht. Vanuit dit oogpunt investeert SpicyLemon op gebied van beveiliging al jaren in gratis gastlessen op basisscholen en voortgezet onderwijs. Urgentie is overigens vereist, want we lopen in Nederland al behoorlijk achter! 

Fundamenteel recht
Volgens een onderzoek, uitgevoerd door BBC World Service onder ruim 27 duizend volwassenen in 26 landen, vindt bijna 80% van de internetgebruikers dat zij door het internet meer vrijheid heeft gekregen.  Zij zien het internet als fundamenteel recht. Het merendeel van de respondenten vindt dat internet niet gereguleerd moet worden door de overheid (53%). Hoewel ze zich wel zorgen maken over fraude (32%), gewelddadige en schadelijke content (27%), bedreiging van de privacy (20%) (zie onze blog over privacy), censureren van de overheid (6%) en de (overheersende) aanwezigheid van bedrijven (3%). 

Duidelijk is dat het merendeel van de ondervraagden vindt dat het grootste 'gevaar' die de 'nieuwe' vrijheid internet biedt, schuilt in regulerende activiteiten van de overheid. Deze kunnen om verschillende redenen door overheden uitgevoerd worden. Zoals politieke redenen en macht, wat met name bij onderdrukkende en autoritaire overheden gebeurt. Maar ook vanwege sociale normen en waarden (bijvoorbeeld 4chan en gewelddadige content) kunnen overheden besluiten beperkingen (social filtering) op te leggen. Bedreiging van de veiligheid (zoals Wikileaks of muslim brotherhood) is een reden voor overheden om  sites en informatie te weren. Daarnaast worden netwerktools beperkt door overheden (zoals anonymisers en youtube) om gebruikers mogelijkheden te ontnemen, die het internet biedt. Ook kunnen bepaalde diensten niet 'vindbaar' zijn voor internetgebruikers van een bepaald land of gebied, omdat dit tegen de economische belangen in gaat van (grote) instanties (bijvoobreeld VoIP). En worden er beperkingen opgelegd om intellectueel eigendom te beschermen door sites te blokkeren die het auteursrecht schenden (denk aan The Pirate Bay en Skype). Daarbij komt dat de overheden die beperkingen opleggen, hiermee niet te koop lopen. Het is dan lastig om te achterhalen welke vrijheden je allemaal ontnomen worden.

In strijd met de wet
Wanneer ben je in overtreding als je gebruik maakt van de vrijheden op het internet? Cybercriminaliteit is niet wezenlijk verschillend van een conventionele wetsovertreding. Het gaat in allebei de gevallen om een overtreding, en daar staat een sanctie van de staat tegenover.
Dus als daar de grens ligt, is er in veel gevallen geen sprake van een criminele activiteit. Waarom worden netwerk tools beperkt of diensten verboden die wellicht in strijd zijn met de economische belangen van bepaalde instanties, maar die voor de gebruiker wel een mogelijkheid bieden om op een veel economischer wijze te communiceren of informatie en/of kennis uit te wisselen? En waar ligt de grens van social filtering? Maar misschien nog wel belangrijker; wie bepaalt die grens eigenlijk? Wanneer ben ik in overtreding als ik doe wat ik wil doen? Dus, wanneer moet mijn vrijheid ingeperkt worden? 
Een vrij persoon is iemand die van binnenuit zelf zijn eigen wensen en interesses verandert, ontwikkelt en bepaalt. Wil dat zeggen dat wat ik wil in verband staat met de vrijheid die ik heb? Dus als mijn wensen en interesses verminderen, vermindert ook mijn behoefte aan vrijheid? Dat lijkt op 'negatieve vrijheid', waar overheden momenteel druk mee bezig zijn: hoeveel ruimte mag een individu tot zijn beschikking hebben, om te doen of te zijn wat hij  in staat is te zijn zonder dat de overheid zich hiermee bemoeit? Dit terwijl internetgebruikers juist aangeven in genoemd onderzoek, dat zij de vrijheid van het internet als fundamenteel recht zien. Ze willen geen regulatie door de overheid!
Met andere woorden; gebruik willen kunnen maken van de mogelijkheden (en het ontbreken van beperkingen) om te doen wat ze willen. Dat noemen zij 'vrijheid'.

Maar is het vrijheid als je acteert op basis van interne restricties? Want wat wij in de westerse wereld 'vrijheid' vinden, wordt weer anders ervaren dan in het Midden-Oosten. Het verschil zit echter niet in de inhoud waar je vrij in wilt zijn, maar hoe je tot die inhoud bent gekomen. Als je volledig op de hoogte bent van alle mogelijke en redelijke opties, om dan tot de wens te komen te conformeren, kan gezien worden als vrijheid om tot zelfontplooiing. 

Kennis en informatie bepalen het evenwicht
De overheid is door middel van onderwijs en informatievoorziening in staat de ontwikkeling van bepaalde wensen meer in evenwicht te laten zijn met de grens wanneer wat je doet een overtreding is van de wet. Uiteindelijk hebben we elkaar nodig om informatie te delen. Gestimuleerd door een omgeving waarin men geniet van collectieve vrijheid. Door de mogelijkheden van het internet niet te beperken maar te vergroten (stimuleer bijvoorbeeld modellen om IP te laten delen zonder auteursrechten te schenden) kan de flow van informatie meer mensen bereiken. En dat draagt weer bij aan de individuele vrijheid en kennisontwikkeling, zodat mensen tot zelfontplooiing kunnen komen. Dit draagt bij aan een positieve ontwikkeling van onze innovatieve capaciteiten.

De overheid moet niet te lang wachten om hiermee aan de slag te gaan. Want Nederland loopt achter als het gaat om hacken. We hebben een enorm tekort aan IT-beveiligingsexperts. Volgens prof. dr. Ir. Herbert Bos, de kersverse ‘beveiligingsprof' aan de VU, trekken bedrijven zijn studenten bijkans uit de collegebanken weg

De vraag naar kennis en innovatieve capaciteiten is groot. Niet alleen in ons land, maar ook wereldwijd. Laten we ons druk maken over het creeren van online vrijheid en mogelijkheden om deze behoefte in te vullen en kennis ontwikkeling te stimuleren.



woensdag 11 januari 2012

Internetvrijheid in 2012: hoe vrij zijn we eigenlijk?

De digitale wereld; ik heb deze al eens vergeleken met het Parijs van 500 jaar geleden. Waar we nog zochten naar een goede infrastructuur om een samenleving op te bouwen die voortgang stimuleerde en ruimte bood om het individu zich te laten ontwikkelen. Heel lang geleden gebeurde dit op kleine schaal, in kleine groepjes mensen die samen een stam vormden. In de middeleeuwen deden we dit al in veel groter verband en inmiddels kunnen we wereldwijde verbindingen leggen. We staan op de rand van een 'revolutie' waarbij we gezamenlijk en wereldwijd kunnen communiceren en samenwerken. En tegenwerken. Maar, zonder die tegenwerking is er ook geen incentive om vooruitgang te boeken. 

Je ziet het al in de ontwikkeling van apps.  Met een online scanner kun je bekijken of een app veilig is. Daarnaast is het belangrijk om te ‘onderzoeken’ hoeveel mensen de betreffende app hebben gedownload en wat de feedback is. De kracht van de massa is groot. Bovendien worden er apps ontwikkeld vanuit de gebruikersgemeenschap. De oplossingen zijn passend, de creativiteit is bewonderenswaardig. Ook die van cybercriminelen, overigens.  Door middel van samenwerkingsverbanden en zelfontwikkeling schrijven zij steeds ingenieuzere codes. De digitale wereld maakt meer en meer onderdeel uit van ons leven. Ineens is digitale veiligheid niet zomaar meer een noodzakelijk kwaad, maar een vereiste. Om jezelf of je organisatie te beschermen én de continuering te waarborgen.

Wat zijn waarden en normen eigenlijk? Cybercriminaliteit kent veel vormen. De vraag is: wanneer gaat het om criminaliteit? Als 141,3 telefoons afgetapt worden door overheid en providers door spionagesoftware (Carrier IQ ), zonder dat de gebruiker dat weet. Bijvoorbeeld. Aan welke kant van de grens van de gerechtigdheid ligt dat? Als overheden fundamentele rechten ten aanzien van privacy niet respecteren. En grote vendoren die veiligheid niet als hoogste prioriteit hebben (verborgen agenda van grote bedrijven) en een onderlinge strijd uitvechten met als hoofdprijs zoveel mogelijk winst. Over de rug van de consument.

‘Hidden agenda’s’
De groeiende mogelijkheden en behoefte om informatie met elkaar te delen, brengt 'hidden agenda's' snel aan het licht. Onderling contact met 'vertrouwensrelaties' en andere verificatiemiddelen helpen ons te bepalen of iets nu echt 'goed' is voor ons. Hacktivisten proberen de waarheid naar boven te brengen. Vaak met succes, zodat de wetgeving onder druk wordt gezet om vraagstukken juridisch onder de loep te nemen. Gebruikers beseffen vaker hoe belangrijk het is om gezond verstand niet alleen te gebruiken, maar dit op digitaal vlak ook te ontplooien en proactief in te zetten. Diginotar maakte bijvoorbeeld niet eens gebruik van een antivirus! 

Er komen niet alleen nieuwe wetten, maar ook nieuwe waarden en normen die passen bij onze digitale samenleving en onze veiligheid waarborgen.  Zo kunnen we in alle 'vrijheid' bewegen op het internet en vooruitgang realiseren. Maar 'vrijheid' kent ook een nieuwe definitie. Want zoekmachines die ons bijvoorbeeld gepersonaliseerde informatie verschaffen geven ons geen vrijheid. Integendeel;  ze belemmeren ons en houden ons onwetend. Want je weet immers niet wat je niet weet. Je moet ook in aanraking komen met zaken die je niet weet en waar je niet naar zoekt. Gebruikers zullen zich hier steeds meer bewust van worden en zoeken naar aanbieders die hieraan gehoor geven. Of ze gaan dit zelf invullen.

Zodra we door krijgen dat organisaties of overheden iets doen wat niet strookt met privacy wordt dit onmiddellijk gecommuniceerd. Apple haalde afluisterapparatuur uit zijn Iphone, Facebook paste haar beleid aan, net als Google. Diverse grote bedrijven moesten verantwoording afleggen. SOPA geeft overheden en bedrijven de mogelijkheid om internetgebruik dusdanig in te perken zodat gebruikers belemmerd worden in wat ze willen; in (relatieve) vrijheid met elkaar communiceren en informatie delen. Door kennis en vaardigheden te ontwikkelen, kunnen we onze vrijheid beschermen van cybercriminelen en belanghebbenden die bepalen welke informatie van ons gedeeld en gebruikt kan worden. Want het gaat tenslotte om 'onze' informatie!

Digitaal geld
Het digitale geld wordt steeds belangrijker; grote organisaties investeren heftig in de ontwikkeling van hiervan. Zoals American Express. Ook mobiele betalingen worden steeds meer van belang. Virtuele goederen kopen is een ander teken van het samengaan van de virtuele wereld in de fysieke wereld. Virtueel geld en het platform om dit te verwerken worden steeds dominanter. Dus ook de beveiliging eromheen. We zien dat het eigenlijk kinderlijk eenvoudig is om bankrekeningen te plunderen, identiteiten te stelen, te hacken en netwerken te infiltreren.  De belangrijkste taak die gebruikers hebben is dan ook zich informeren en vaardigheden (verder) ontwikkelen. Middels nieuwe technologieën, hardware en software, manieren van communiceren en delen leren we dat ook. Door vallen en opstaan, dat wel. En daar zit dus onze zwakheid.

Groeiende behoefte om met elkaar in verbinding te zijn 
De focus in 2012 wordt op het combineren van alle hardware en tools, zoals je Iphone met je Ipad en je Itouch.  Steeds vaker zetten we informatie in Icloud. We delen meer en meer met familie en vrienden en communicatie en samenwerking is direct en realtime.  Ook je smartphone, tablet en laptop worden voorzien van apps en via Cloud-aanbieders, zoals Google, verbonden. Voor bedrijven wordt interne kennis over een veilig netwerk steeds essentiëler. Maar ook een netwerk opbouwen van vertrouwensrelaties en verificatiemiddelen, om betere keuzes te maken en veiligheid te kunnen maximaliseren, is van belang.  Om zo de continuïteit te kunnen waarborgen.
Beveiliging speelt een steeds grotere rol en cybercriminaliteit zal zich professioneel verder ontwikkelen. Als reactie hierop zullen consumenten, organisaties en overheden hun digitale kennis en vaardigheden meer uitbreiden. Zodat we uiteindelijk met z’n allen een infrastructuur creëren waarin we wereldwijd veilig kunnen communiceren en samenwerken.  Een digitale wereld waarbij gebruikers het evenwicht bewaren welke normen en waarden horen bij onze digitale cultuur en waar onze vrijheid gewaarborgd wordt.