maandag 28 februari 2011

De driehoeksverhouding tussen eindgebruikers, overheid en beveiligingsexperts

De cybercriminelen lachen het hardst, schrijf ik in november. De een na de andere spamronde zgn. van de ING ziet het licht. De een nog vernuftiger dan de ander. Zo is er een ronde waarbij de eindgebruiker eerst een mailtje krijgt, dat ze ergens hun gegevens moeten invoeren. De meesten snappen wel dat dit overduidelijk spam is. Dan volgt een mailtje van de ING (zgn.) dat er spamberichten de ronde gaan die de gegevens van ING klanten proberen te ontfutselen en men wordt aangeraden op een link te klikken om naar hun account te gaan en vervolgens komt men alsnog op een foute website. Of b.v. Stuxnet, een geavanceerd staaltje software dat volop in het nieuws staat vorig jaar. Volgens bronnen gemaakt om de uranium productie te verijdelen. Of het door overheden of cybercriminelen gemaakt is, is onduidelijk. Deze vraag stel ik ook al in mijn blog van eind november. Want wanneer is iets cybercriminaliteit?

Afhankelijk van de doelstelling en/of wie de autoriteit heeft, wordt software ingezet t.b.v het realiseren van eigen belangen en doelstellingen. Webwereld meldt in februari van dit jaar dat Anonymous (mede opgericht door een Nederlander) code van Stuxnet heeft gekaapt om haar eigen doelstellingen te verwezenlijken, namelijk overheden en bedrijven aanvallen die Wikileaks blokkeren. Belangrijk is dus dat privacy gerespecteerd wordt zodat overheden die misbruik maken van hun macht, niet onbeperkt hun macht kunnen uitbreiden ten koste van het volk. En iedereen die gebruikt maakt van de digitale wereld moet zich bewust zijn van de mogelijkheden en vrijheden die belemmerd kunnen worden door anderen, zoals cybercriminelen, maar ook overheden, bedrijven etc als zij software inzetten voor hun eigen doelstellingen. Hier stelde Peters van Groenlinks al eerder vragen over aan Ivo Opstelten van het Ministerie van veiligheid en Justitie, aangezien de focus van het ministerie de komende jaren is het waarborgen van de digitale veiligheid en de grens tussen beveiligen en privacy een grijs gebied zijn.

En het is zeker niet voor niets dat de politie een steeds proactivere houding ten opzicht evan Cybercrime moet hebben en er meer van hen wordt verwacht. Cybercrime zoals Stuxnet kan rampen veroorzaken van het format tsjernobyl, zoals Webwereld onlangs meldt.  Na de Ddos aanvallen op de Rabobank en het aantal botnets die het licht zien, wordt de noodzaak van beveiliging steeds belangrijker. Hergebruik van code zoals Fast flux (wordt gebruikt door cybercriminelen om zich te verstoppen) in nieuwe botnets, die op kortetermijn door experts ontmaskerd zijn, de cybercriminelen hebben vrij spel. Begin dit jaar bericht Security.nl dat er een nieuw botnet Storm Signal ondekt is door ESET, dat Fast Flux gebruikt en Automatisering Gids meldt in februari dat er opnieuw een nieuw botnet ontdekt is, Wibimo. En in 2007 schreef Tweakers al over deze toepassing van Fast Flux! En dat is nog lang niet alles…Cybercriminaliteit groeit exponentieel concludeert Nu.nl in augustus 2010.

Dus hoe gaat de overheid dit dan aanpakken? Het lid Recourt van de PvdA stelt deze vraag aan Opstelten van het ministerie van Veiligheid en Justitie. Maar het antwoord om cybercriminaliteit effectief aan te pakken is niet eens zo moeilijk. Beveiligingsleveranciers volgen de activiteiten van de cybercrimineel al jaren. Ze analyseren hun code continue. Zij hebben meer informatie dan wie ook over de malware en de makers hiervan.  Novomesky  van ESET is hier zeer duidelijk over. Dus de eerste en simpelste stap is de focus op een goed samenwerkingsverband tussen overhead en experts, zodat niet langer de cybercrimineel aan het kortste eind trekt, maar onze veiligheid door goede informatievoorziening op basis van kennis van experts, goede communicatie tussen experts en mensen belast met het opsporen van criminelen t.b.v. onzeveiligheid en het verhogen van onze eigen deskundigheid en bewustzijn van onze verantwoordelijkheid t.o.v. de vrijheid die de digitale wereld ons biedt. Vandaar uit kunnen we onze informatie en kennis vrijelijk delen en onze mogelijkheden onplooien.